De Wireless Set No. 62 met serienummer 04537, een set die tijdens de tweede wereldoorlog gebouwd is. Er is ook geen toevoeging van MK.I of iets dergelijks. Dit zal dus een MK I zijn. Later werden de vroege sets, door allerlei mechanische tekortkomingen, omgebouwd naar de MK II versie. Dit exemplaar werd in 1956 nog eens totaal gerenoveerd.
Een interessant verhaal van de firma PYE, eigenlijke bedenker van de set staat HIER.
Een vooraanzicht van de set, er ontbreekt nog een aansluitkabel en een paar schroefjes moeten nog weer worden gemonteerd.
Vanuit een wat andere hoek. Het verschil met de naoorlogse exemplaren is de kleur van het frontpaneel, dit kan echter ook veroorzaakt zijn door de overhaul van 1956.
Het schijnt dat de eerste ontwikkelingen van deze radio al in 1943 plaats vonden. Het was de bedoeling een opvolger te maken voor de W.S. 22, dat zou de W.S. 42 worden. Door materiaaltekorten werd aangenomen dat deze set niet voor 1945 in grote aantallen kon worden geproduceerd. Daarom werd de 62 ter hand genomen en de eerste series werden nog tijdens de tweede wereldoorlog in gebruik genomen. Zeker weten doe ik het niet, maar de sets met een serienummer onder de 7350 waren van voor einde WW2. Alles wat daarna komt is post-war.
Een blik op alle bedieningselementen.
De uitkoppeling naar de antenne met AE-tuning, AE-coupling en de Aerial-aansluiting.
De universele meter. Het is een No. F, die werd ook voor de WS-19 gebruikt.
Op het typeplaatje is te zien dat deze geen MK-nummer heeft , met een laag serienummer. Deze is dus tijdens WW2 geproduceerd, maar of hij de oorlog ook heeft meegemaakt is niet te zeggen.
De afstemschaal van zowel ontvanger als zender. Rechts boven is ook nog een kristal te zien. Het moest 460 kHz boven de werk- frequentie zitten. Ook bij deze radio werd het befaamde "Flick-system" toegepast.
De bereikschakelaar en de aansluiting voor de "Remote Control Unit" en voor de XTAL Calibrator. Ook een verlichtings- lampje kon op deze connector worden aangesloten.
Het frequentiegebied is in twee bereiken onderverdeeld en wel:
Range 1 : 1,6 - 4,0 MHz
Range 2 : 4,0 - 10,0 MHz
Buizenbezetting:
Zender | Ontvanger | ||
functie | type | functie | type |
Master Oscillator | + | Local Oscillator | ARP12 |
Mic. Versterker | CV65 | HF-versterker / | |
Mengtrap-BFO | ARTH2 | Side-toon det. | ARP12 |
Buffer versterker | ARP35 | Mengtrap | ARP12 |
HF Eindversterker | VT510 | MF-versterker | 2 x ARP12 |
1.e mic. versterker | Detektor/AVC | AR8 | |
LF-versterker/sidetoon | CV65 | ||
AR8 | = CV1306 |
ARP12 | = CV1331 |
ARP35 | = CV1091 |
ARTH2 | = CV1347/281 |
VT510 | = CV510 |
De MF bedraagt 460 kHz.
Voeding:
12 Volt input voor "Rotary transformer" die
340Volt anodespanning maakt.
Stroomopname:
Ontvangst : 3A.
Standby : 3,7 A.
Zenden R/T : 4,6 A
Zenden CW : 5 A.
Vermogen:
0,8 tot 1,1 W bij CW
0,5 tot 0,8 W bij R/T
Bereik:
Afhankelijk van de omstandigheden en antenne, ongeveer 15-25 mijlen.
Gewicht: Set ca. 30 lb, alleen de set zelf.
Totaalaanzicht van de onderkant, dat ziet er nog redelijk goed uit..
Onderaanzicht van het ontvangergedeelte.
De originele dynamotor of in het Engels "Rotary transformer" levert 365/310 Volt bij 30 mA bij een input van 11,5 Volt.
De achterkant, het chassis is van alluminium gemaakt, de kast is in vergelijking met de WS-19 uitermate licht.
Overzicht van de buizenbezetting en zekeringen.
Het apparaat in van bovenaf gezien.
De rolspoel, waarbij je je lam draait. Hier zou een motoraandrijving een goede oplossing zijn.
De modulator, driver en eindbuis.
Een gedeelte van de ontvanger.
De rechter zijkant .
De linkerkant met blik op de rolspoel. De 9 gaten, links onder, zijn voor de koeling van de rotary-transformer, aangezien de fan direkt tegen de buitenkast stond te blazen, deed de koeling nauwelijks wat. Het resultaat was ook de de rotary-transformers bij bosjes uitvielen. In latere versies werd het ding ook vervangen door een transistor-omvormer. Een teken dat de set nog heel lang gebruikt is.